En ja hoor, we gaan weer verder met het interviewen van onze duivenmelkers!
De volgende duivenmelker bij wie ik langs ging voor een interview is niemand minder dan onze Algemeen Kampioen Robert Van Holewinckel! Robert werd niet alleen Algemeen Kampioen het voorbije seizoen (2023), hij behaalde ook nog andere mooie resultaten. Zo behaalde hij een Eervolle Vermelding in het Kampioenschap Oude Duiven voor de tweede plaats in de rangschikking EN een derde plaats in het Kampioenschap Jaarlingen! Wat de asduif Oude Duiven betreft, verdiende hij ook nog eens een Eervolle Vermelding voor zijn tweede én derde plaats. En natuurlijk niet te vergeten, won Robert ook nog eens de asduif bij de jonge duiven en behaalde ook één van zijn duiven een Eervolle Vermelding op de derde plaats in de stand. Ook nog even het vermelden waard, is dat Robert in het voorbije seizoen vijf keer de eerste duif op de uitslag had. Wat een prestaties! Hoog tijd dus om deze duivenmelker wat beter te leren kennen. Alvast bedankt Robert voor je medewerking aan dit interview en natuurlijk van harte gefeliciteerd met jouw mooie seizoen!
Het voorbije seizoen heb ik er nog niet zoveel van gemerkt. Ik ging namelijk pas begin juli met pensioen. Maar ik heb nu inderdaad meer tijd voor mijn duiven en ik zie enkel voordelen. Zo kan ik nu veel meer tijd spenderen op mijn duivenkot want mijn doel is om mijn duiven meer handtam te maken voor het seizoen 2024. En hoe meer je op je kot komt, hoe tammer ze worden, dat spreekt voor zich. Bij mijn duiven, zoals bij de meeste duivenmelkers (denk ik toch), zie je goed dat ze ‘vreemde’ mensen echt wel herkennen en er dan ook anders mee omgaan dan met mij als ik op hun kot kom. Een ander belangrijk voordeel, is dat je meer tijd hebt om bepaalde problemen met je duiven vroegtijdig te ontdekken en er dus iets aan te doen. Als je als werkende mens met de duiven speelt, is het toch heel anders. Ik werkte vroeger bij AMC, dat is een metaalconstructiebedrijf in Eksaarde, waar ik werkvoorbereider en preventieadviseur was. Hierdoor kon ik mijn duiven natuurlijk niet uitlaten ‘s morgens, wat toch wel belangrijk is want het is beter om ze ‘s ochtends te laten vliegen. Ik liet ze dan uit als ik terugkwam van mijn werk. Gelukkig liet mijn vrouw de jonge duiven ‘s morgens uit de laatste twee jaar, en dit dan altijd in het begin van het seizoen.
Aan mijn duiven natuurlijk (lacht). Ik begon met mijn oude duiven en deze deden het zeker niet slecht. De prestaties van mijn jaarlingen waren iets minder, maar dat maakten mijn jonge duiven dan weer goed. Mijn jonge hebben mij heel wat succes opgeleverd, ze deden het heel goed. Maar om te antwoorden op je vraag, heb ik niks speciaals gedaan. Ik verzorgde mijn duiven zoals de voorbije jaren.
Ja, toch wel. Ik ben begonnen met spelen vanaf 1993, dus dit wordt mijn 31ste seizoen. Vroeger speelde ik enkel met jonge duiven, de beste hiervan bracht ik dan ook naar het hok van mijn vader waar ze hun vliegcarrière verder konden zetten als jaarling. Sinds vijf à zes jaar ben ik ook beginnen spelen met oude duiven en jaarlingen.
Persoonlijk vind ik van niet. De basis is altijd hetzelfde gebleven, namelijk goede duiven hebben, daar komt het op neer! Wat wel veranderd is, zijn de onkosten die hoger geworden zijn in de lokalen. Daarmee bedoel ik de prijs per duif die je intekent. En natuurlijk is dit zeker te begrijpen want er is geld nodig om een duivenmaatschappij draaiende te houden. Als we eens kijken naar onze buurlanden, zoals Nederland, daar is het volledig anders. Alles wordt daar meer gegroepeerd, daarmee bedoel ik dan vooral het transport. Dit maakt dat de onkosten lager liggen en het dus goedkoper is om te spelen. Deze manier van werken lijkt wel niet per se beter in Nederland voor bepaalde duivenmelkers. Want daar zijn er ook melkers die voorstander zijn van ons typisch Belgisch systeem van transporteren en de kosten die hiermee gepaard gaan. Ik denk dat er nog ruimte is voor verbetering.
Ik denk persoonlijk wel dat de duivensport nog toekomst heeft, al zullen er dan waarschijnlijk enkele dingen moeten herbekeken/veranderd worden, zoals bijvoorbeeld andere systemen organiseren. Het is wel een feit dat er weinig instroom is van jonge mensen die duivenmelker willen worden. Daar kan de bond misschien iets aan doen door bepaalde initiatieven te lanceren. Verder wil ik nog even kwijt dat ik 30 jaar geleden ook dacht dat er misschien geen toekomst meer zou zijn voor de sport bij mijn pensionering, maar kijk, we zijn nu zoveel jaren later en de duivensport is er nog steeds!
Ik zou ervoor opteren om de weekendvluchten op zondag te behouden. Voor mij maakt het eigenlijk niet meer zoveel uit aangezien ik met pensioen ben, maar als je de vluchten op zaterdag organiseert, maak je het de werkende duivenmelkers wel moeilijk. Het inkorven is dan op vrijdagavond en daarnaast zijn er ook mensen die op zaterdag moeten werken. Vandaar dat ik het niet zo’n goed idee vind.
Ik blijf voorstander van de interprovinciale vluchten op Quiévrain en Noyon. Ik vind het goed dat alle duiven samen worden gelost per vlucht. Een uitzondering zou wel kunnen volgens mij voor de jonge duiven in de eerste weken. Dan zou ik deze dus wel per provincie lossen. Hierdoor ga je een beter beeld krijgen van welke duiven die ‘trok’ naar huis hebben en dus goede duiven zijn. Dit is natuurlijk mijn mening, ik weet dat er veel duivenmelkers zijn die altijd per provincie willen lossen.
Ik denk dat bij het lossen per provincie de ligging nóg belangrijker wordt dan ze al was. Dit zal dan resulteren in een soort van wissel bij de duivenmelkers. Er zullen meer duivenmelkers in een ander lokaal gaan spelen, maar evengoed kunnen er andere melkers zijn die dan weer bij ons komen spelen.
Ik ben op zich niet tegen het organiseren van een samenspel tussen de lokalen. Maar toch denk ik (en dat is mijn mening natuurlijk) dat het problemen zou kunnen geven. Het belangrijkste probleem dat ik zie, is dat er door de duivenmelkers minder gezet zal worden. Hierbij speelt de ligging zoals ik eerder zei ook alweer een belangrijke rol, alsook het feit dat de duiven dan tegen meer duiven moeten vliegen. Dit is natuurlijk geen probleem als je goede duiven hebt! Dat is dan weer het voordeel dat ik persoonlijk zie in het samenspel. Het wordt gemakkelijker om een goede duif een betere coëfficiënt te laten vliegen in de provinciale en/of nationale rankings.
Ja, toch wel, ik was aangenaam verrast door de week vluchten! We zagen een flink aantal nieuwe spelers die dan bij ons kwamen spelen, en een deel van deze melkers kwam dan ook al eens meer meedoen met onze weekendvluchten. Iedereen kon trouwens wel zien dat de week vluchten een succes waren voor onze maatschappij. Een criterium en een tijdvlucht , daar is veel werk aan en deze zijn bovendien ook niet meer zo populair als vroeger. Een najaarscriterium vind ik dan weer wel een goed idee! Dit is wel een relatief grote kost voor de maatschappij, maar ze zijn wel overal populair aangezien er dan ook een kampioenstitel te winnen valt. Wat ik bij ons wel heel jammer vond het voorbije seizoen, is dat er op het einde geen oude duiven meer mochten meedoen, iets wat je bij andere lokalen toch wel vaak ziet. Je zou bijvoorbeeld begin september terug kunnen beginnen met oude duiven toe te laten (sommige duivenmelkers focussen zich hierop) en dan eventueel spelen met twee categorieën (Oude en Jaarlingen samen, Jonge Duiven apart), waarbij de jonge duiven dan kunnen dubbelen bij de oude duiven en jaarlingen. Dit is ‘slechts’ mijn idee en dan moet je natuurlijk iedereen op tijd verwittigen dat dit gaat gebeuren. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we dan op het einde van het seizoen meer duiven zullen hebben.
Momenteel heb ik tien weduwnaars en tien weduwduivinnen. Daarnaast heb ik dus negen koppels kwekers. Dat komt neer op ongeveer 40 duiven momenteel. Op basis van mijn ervaring kan ik ook zeggen dat er na de kweek ongeveer 40 à 50 jonge duiven bijkomen. De eerste ronde zullen er naar schatting 30 duiven bij komen, na de tweede ronde zijn dit er ongeveer 20. Of ik een goed gevoel heb bij het kweken? Dat is altijd afwachten en eigenlijk is elk jaar anders. Ik denk niet dat iemand kan voorspellen of de kweek goed zal zijn, zelfs al heb je sterke rassen. Maar we blijven natuurlijk optimistisch en we hopen op een goede kweek!
Ik heb redelijk wat verschillende rassen op mijn kot zitten. Mijn ‘oude’ ras zoals ik het noem, zijn duiven die afkomstig zijn van Henri Menten uit Beerse, die nog meermaals nationaal kampioen geweest is. Tussen 2000 en 2009 ging ik elk jaar bij hem twee eitjes halen. Jammer genoeg is Henri ondertussen zo’n twee jaar geleden overleden. Verder heb ik ook een goede kweekdoffer zitten van Paul Roels. Daarnaast heb ik ook duiven die afstammen van het ras van Freddy Vertriest uit Oudenaarde. Ongeveer vijf jaar geleden haalde ik bij hem vier duivers en twee eitjes die afkomstig zijn van zijn toenmalige vijfde nationale asduif op de Halve Fond. Freddy had toen ook een jonge duif die ergens tegenaan gevlogen was en dus gewond was, het betrof een grote wonde op zijn borst. Ik vroeg Freddy om deze duif niet dood te doen maar om ze aan mij te geven, wat hij dan ook deed. De wonde van de jonge duif werd toen gehecht, vliegen zat er natuurlijk niet meer in, maar als kweekduif is hij nog goed. Hij komt voort uit een tweede provinciale asduif op de Halve Fond van Freddy. Ik heb hem dan gekoppeld met een duivin van Cesar Bosteels. Hieruit kreeg ik mijn beste jonge duiven de laatste twee seizoenen. Tot slot heb ik ook nog een goede kweekduivin zitten van Erwin De Grauwe, dit is een oude asduif van het ras van Gustaaf Van Holewinckel.
Of ik vaak duiven koop? Regelmatig wel ja, wat ik ook doe, is elk jaar een bon kopen op de bonverkoop van onze maatschappij. De laatste vijf jaar heb ik steeds de bon van Cesar Bosteels gekocht.
Voor de vluchten met oude duiven, speel ik op weduwschap.
Voor de vluchten met mijn jonge duiven, speel ik eerst een aantal weken op de schuifdeur om dan over te schakelen op het nestspel.
Eigenlijk speel ik nooit met duivinnen, al denk ik er wel aan om dit in de toekomst te proberen. Dan zou ik waarschijnlijk volgens dubbel weduwschap spelen. Concrete plannen zijn er dus nog niet, maar wie weet?
Ik vind de voeding van mijn duiven persoonlijk heel belangrijk. Extra supplementen krijgen mijn duiven niet, tenzij soms een vitaminekuur. Ik heb ook geen vaste leverancier van mijn duiveneten, ik koop dit op verschillende plaatsen.
Als mijn duiven thuis komen van een vlucht, geef ik ze eerst de vliegmengeling en dan doe ik ook elektrolyten in hun drinken voor een snellere recuperatie. De dagen nadien krijgen ze de helft gerst en de andere helft de vliegmengeling en dit voor de laatste twee voederbeurten. Nadien krijgen ze dan gewoon weer de volledige vliegmengeling of vluchtmengeling genaamd, samen met klein zaad.
Voor het vluchtseizoen, meestal ergens in februari, ga ik met mijn duiven naar de dierenarts voor een mestonderzoek (om onder andere wormen en coccidiose uit te sluiten) en voor een test op Tricho. Tijdens het seizoen geef ik mijn duiven elke drie weken een kuur tegen Tricho, deze duurt twee dagen. Beter voorkomen dan genezen! Ook wel belangrijk om te vermelden, is dat ik dit alles niet doe bij mijn kweekduiven. Deze zitten namelijk in hun ren en vliegen niet uit, ze komen ook niet in contact met vreemde duiven die elke week in de manden zitten voor de vlucht. Daarom vind ik dit overbodig.
Ik heb min of meer een vast patroon voor het opleren van mijn duiven en dit gaat goed, ik mag niet klagen! De eerste stap is de duiven lossen vanaf Schoonaardebrug en dit dan nog eens herhalen. Ze worden dus eerst twee keer van daaruit gelost. Voor de tweede stap rijd ik twee tot drie keer naar Lede achter de Boterhoek om ze te lossen. De volgende stap is dan meteen mijn duiven meegeven op Quiévrain, maar dan wel op zondag en niet in de week! Ik vind dat er in het weekend meer controle is en ook meer duiven waarvan de jonge kunnen leren. Natuurlijk geef ik ze alleen mee als ze goed en gezond zitten, dat spreekt vanzelf. En zoals ik zei, het opleren op deze manier gaat goed!
Als duivenmelker heb je natuurlijk altijd veel en goede verwachtingen, dat is normaal. Persoonlijk hoop ik om mijn seizoen te evenaren of zelfs te verbeteren, zoals ook elke duivenmelker dit nastreeft volgens mij. Daarnaast hoop ik dat onze maatschappij verder doet op Noyon, maar dan wel niet meer met het huidige verbond, daar kunnen wij gezien de ligging moeilijk tegen op. Ik denk wel dat er nog andere mogelijkheden zijn om in een verbond te stappen dus ik kijk wel uit naar wat het eventueel zou worden. Ik weet dat er vorig jaar overtuigend ‘ja’ werd gestemd om in een Noyonverbond te treden, maar persoonlijk heb ik toen gemist welk verbond dat het precies ging zijn. Ik stemde toen ook ‘voor’, maar ik heb geen duiven mee gegeven omdat het mij onmogelijk leek om goede resultaten te halen in dat verbond. Nochtans heb ik duiven die afkomstig zijn uit HF duiven, dus ik wil wel graag op Noyon spelen, maar dan wel in een ander verbond.
Zo, het interview zit er alweer op. Nogmaals hartelijk dank Robert voor je medewerking aan het interview en voor de gastvrije ontvangst! Ik wens je veel succes toe voor het volgende seizoen! Hieronder kunnen jullie mooie foto’s vinden van Robert met zijn duiven en van zijn duivenhokken. Veel plezier!
Enkele mooie foto's van de duivenhokken van Robert
Blijf onze website volgen voor meer nieuwe interviews!!!
Het verzorgen van mijn duiven vind ik persoonlijk heel leuk om te doen. Maar het allermooiste blijft natuurlijk het moment dat ze goed thuiskomen. Daar kan geen enkel gevoel tegen op!